Onze voormalige koning Albert liep aan het einde van de Tweede Wereldoorlog een trauma op dat hij nog steeds niet verwerkt heeft. Wat gebeurde er?
“Het was 1945, Albert was 10 jaar. Hij was toen met zijn familie door de Duitsers gedeporteerd vanuit België naar Duitsland”, schetst royaltyjournalist Wim Dehandschutter de context in Het Laatste Nieuws. En toen vond er een hevig bombardement plaats…
De tienjarige Albert was in München tijdens een bombardement. “Hij zat toen drie uur lang opgesloten in een auto, met de deuren gesloten, onder een spoorwegbrug. Albert was doodsbang. Hij wilde uit die auto springen, maar hij mocht niet. Op dat moment heeft hij een levenslange afkeer ontwikkeld voor kleine, gesloten ruimtes, dus ook voor liften.” Raakte onze voormalige koning ook gewond?
“Hij is ongeschonden uit dat bombardement gekomen, de rest van de ‘delegatie’ ook. Hij liep wel dat trauma op.” En dan wil Wim Dehandschutter er toch één belangrijk element aan toevoegen…
“Je moet je voorstellen: hij zat ineengedoken in de auto en zag al dat leed om zich heen gebeuren. Huizen stonden in brand, mensen renden in paniek weg.” De gevolgen voor Albert zijn trouwens nog steeds voelbaar…
“Naast die afkeer tegen liften liep hij nog een trauma op: nog steeds slaat de paniek om zijn hart als hij met een auto onder een brug rijdt, waarover een trein raast”, onthult Wim Dehandschutter in Het Laatste Nieuws.